Regelmatig komen er mensen in Roerdalen wonen die niet uit Nederland komen of zelfs niet Europees zijn. Soms hebben ze bewust voor Roerdalen gekozen. Maar meestal zijn ze hier omdat het leven nu eenmaal zo liep. Bijvoorbeeld omdat ze niet veilig waren in hun eigen land. Over hen gaat deze serie interviews. Mensen met hun eigen verhalen, wensen, dromen en talenten. Mensen die meestal graag willen werken en een nieuw leven willen opbouwen. En er gewoon het beste van maken. Ook laten we Roerdalers aan het woord die deze nieuwe inwoners helpen hun draai te vinden. Op wat voor manier dan ook. In dit artikel leest u het verhaal van Ibrahim en Ismael die in de keuken van restaurant Holsterhof werken. 

Op de fiets

Hun verhaal vertellen? Dat wil de achttienjarige Koerdisch-Syrische tweeling Ibrahim en Ismael best wel. En daarom komen ze op een ijskoude woensdag in januari wat verkleumd binnen bij restaurant Holsterhof. De jongens komen zonder te klagen op de fiets vanuit Melick naar hun werkplek. Een rijbewijs hebben ze nog niet, al wordt daaraan gewerkt. Ze spreken nog maar een paar woorden Nederlands, daarom is tolk Nubar uitgenodigd om te vertalen.  

Afwassen en poetsen

Statushouders Ibrahim en Ismael werken sinds afgelopen zomer een dag in de week bij Holsterhof. “En dat gaat goed,” vertelt Kaj Landman, eigenaar van het restaurant in buurtschap De Holst. “Ibrahim en Ismael doen de afwas en het poetswerk en dat doen ze prima. Ze doen echt hun best. Met de paar woordjes Nederlands die ze spreken én Google Translate gaat de onderlinge communicatie steeds beter. De berichtjes die ik ze stuur via WhatsApp, begrijpen ze meestal wel. Ook hebben ze een leuk contact met onze leerling-kok. Ze zijn van dezelfde leeftijd.”

Doorgroeien

“We zijn blij met Ibrahim en Ismael,” vult Lissa Landman-Ten Berge aan. “Voor horecaondernemers is het steeds lastiger om mensen te vinden. Uiteindelijk hebben we contact gezocht met de gemeente en via deze route zijn de jongens na een proeftijd bij ons in dienst gekomen. Voorlopig gaat het in de keuken prima. Maar als de jongens dat willen, kunnen ze bij ons over een tijdje meer uren werken en doorgroeien. De bediening kan nog niet vanwege de taal, maar misschien kunnen ze Kaj helpen met bijvoorbeeld het snijden van groenten.”

Op de vlucht

Ibrahim en Ismael hebben het naar hun zin bij Kaj en Lissa, maar voor de toekomst hebben ze andere plannen. Ze willen allebei graag elektricien worden. De weg naar deze droombaan is nog lang. In thuisland Syrië konden ze maar drie jaar naar school. Daarna gooide de oorlog hun leven volledig overhoop. Met hun ouders en twee broers vluchtten de jongens naar Irak en van daaruit naar Nederland. Ruim een jaar wonen ze nu in Melick met hun ouders en twee broers. Hun ouders volgen ook een inburgeringstraject en motiveren hun zoons om een beroep te leren. Wat dat precies is mogen ze zelf kiezen. In Syrië woont nog familie, die missen ze erg. Maar gelukkig woont ook in Roermond familie en ze zoeken elkaar regelmatig op. De jongens voetballen bij FC Roerdalen. Ook zonder dat ze goed Nederlands spreken kunnen ze daar lekker sporten. 

Verschillen

Er is een wereld van verschil tussen thuisland Syrië en Nederland. Tussen het afgelegen dorp in het Midden-Oosterse land waar de jongens woonden en Melick. Een aantal dingen valt op. “Er zijn hier zoveel veel regels,” vertellen de jongens. “In Syrië heb je bijvoorbeeld ook een rijbewijs nodig maar veel mensen hebben dat niet. Je stapt gewoon in een auto en bij een controle betaal je wat.” Wat ze ook opvalt is het enorme aanbod in de Nederlandse supermarkten. “In Syrië aten we maar af en toe fruit. Dat was er gewoon niet. Hier kun je uit zoveel verschillende soorten kiezen!” Ook geven ze aan dat het Nederlandse eten heel anders is dan dat in Syrië. Bij Holsterhof proeven ze af en toe iets heel nieuws, met wisselend enthousiasme. “En we missen het klimaat in Syrië,” zeggen ze. “Zeker nu het zo koud is.”  

Iedereen wint

Al met al gaat het goed met Ibrahim en Ismael. Het werk dat ze bij Kaj en Lissa doen helpt daarbij. Klantmanager inburgering en werk Lisanne Beijer zegt erover: “Ik vind het mooi dat er hier geen drempel was. Dat is wel eens anders. Zelfs voor eenvoudig schoonmaakwerk wordt vaak geëist dat werknemers Nederlands spreken. Voor Ibrahim en Ismael is dit een geweldige kans om contact te leggen met Nederlanders en zo ook de taal en iets over de cultuur te leren. Dat heeft een positief effect op hun inburgeringstraject.” Lissa vult aan: “We attenderen ook onze collega-horecaondernemers op deze mogelijkheid. De taal hoeft geen drempel te zijn. Poetsen en afwassen kan prima. En zo wint iedereen erbij.”  

Iets voor u?

Heeft u als ondernemer ook ruimte voor statushouders in uw bedrijf? Mensen die misschien nog niet zo goed Nederlands spreken maar die wel graag de handen uit de mouwen steken? Neem dan contact op met de medewerkers van het team Inburgering en werk van het Servicecentrum MER, telefoon: 0475 25 59 50