Op 1 maart is het 75 jaar geleden dat Herkenbosch werd bevrijd. De dagen ervoor werd er hevig gevochten waarbij onder andere de kerktoren werd opgeblazen. Uiteindelijk moesten de Duitsers zich terugtrekken. Aan de hand van verhalen van ooggetuigen, verslagen uit archieven en andere publicaties beschreef Roy Pfennings de spannende laatste dagen voor de bevrijding van het dorp.   

Gevecht om Herkenbosch

Op 20 februari 1945 werd het dorp rond 11.00 uur opgeschrikt door een enorme knal. Inwoners die daarna naar buiten keken, zagen dat er iets ontbrak aan de horizon: de kerktoren stond er niet meer. Die was door de Duitsers opgeblazen om te voorkomen dat de Amerikanen hem als oriëntatiepunt of uitzichtpunt voor artilleriespotters konden gebruiken na de bevrijding van Herkenbosch.

Beschietingen

In de vroege ochtend van 23 februari brak uit het niets een enorm geweld los langs de zuidelijke overs van de Roer. Het Amerikaanse 9e Leger opende het vuur op de Duitse verdedigers van het Roerfront tussen de Nederlandse grens en Düren in Duitsland. Ook op Herkenbosch en omgeving vielen granaten. Na een drie kwartier durende beschieting door de artillerie vertrokken de eerste bootjes met Amerikaanse militairen naar de noordoever van de Roer tussen Linnich en Düren. Soldaten van de 8th Armored Division stuurden ook een kleinschalige patrouille naar Herkenbosch. 

Verdedigingslinie

Nadat de eerste berichten over de Amerikaanse doorbraak bij de leiding van de Duitse Infanterie Division waren binnengekomen, stuurden ze nog meer troepen naar de grens verlegd om een aanval in de richting van Roermond te kunnen opvangen. Men probeerde zo een verdedigingslinie op te werpen tussen Roermond en Niederkrüchten.

Grote tank met geallieerden voor een gebouw in Herkenbosch

Gevechten bij Rothenbach

Op 28 februari was het dan zover voor de verdedigers bij Rothenbach. Na aanvankelijk Wassenberg en Birgelen met enige tegenstand te hebben bevrijd, bereikte het Amerikaanse 134th Infantry Regiment, onderdeel van de 35th Infantry Division, en het 784th Tank Battalion, bestaande uit louter donkere Amerikanen, het kruispunt net achter de grens bij Rothenbach. Na een kort vuurgevecht en opgeschrikt door het vuur van de Shermantanks, trokken de Duitsers zich terug van Rothenbach in de richting van Herkenbosch. Bij de haastige terugtocht lieten ze bijna alle uitrusting en munitie achter. Inmiddels had het 137th Infantry Regiment Vlodrop-Station bevrijd en groef zich hier in voor de nacht.

Chaotisch vuurgevecht

Het 134th Infantry-Regiment werd bij Rothenbach afgelost door de 35th Reconaissance Troop, ondersteund door het 17th Cavalry Squadron. Deze schoof dezelfde avond het eerste peloton naar voren om te proberen Herkenbosch in te nemen. Zes mijnenvelden doorkruisend bereikte het peloton uiteindelijk de rand van het dorp, waar het meteen onder vuur werd genomen door de Duitsers. In de nacht volgde een chaotisch vuurgevecht waarbij tenminste enkele Duitsers zijn gesneuveld. Op de Stationsweg vond een Duitse militair de dood toen hij door een Amerikaanse kogel in zijn hoofd werd geraakt. Ook werd deze nacht de spiritusfabriek aan de rand van het dorp door Amerikaanse tanks onder vuur genomen. Door de onoverzichtelijkheid van het gevecht was het eerste peloton, inmiddels ondersteund door het tweede peloton, teruggetrokken naar de rand van het dorp zonder eigen dodelijke slachtoffers achter te laten. De Duitsers trokken zich die nacht haastig terug in de richting van Melick. Hierbij reed een kar met twee Duitsers op een eigen mijn met fatale gevolgen voor beide soldaten.

Duitsers weg uit Herkenbosch

Op 1 maart om 16.00 uur begon het eerste peloton met het uitkammen van het dorp, terwijl het tweede een omtrekkende beweging maakte in de richting van Melick. Nadat definitief bleek dat de Duitsers Herkenbosch verlaten hadden, werden de taken van het eerste peloton overgenomen door een eenheid die op dat moment in reserve zat. Alle wegen die het dorp uit leidden in de richting van Melick en Roermond lagen bezaaid met mijnen en obstakels.