Prinsen lezen voor uit Roerdalens prentenboek

Peuters en kleuters in álle dorpen van de gemeente Roerdalen genoten op de 11de van de 11de van een spannend en vrolijk verhaal. De prinsen, prinsessen en vorsten van de carnavalsverenigingen uit Roerdalen lazen de kinderen voor uit het nieuwe, Roerdalense prentenboek 'Kóm mer achter ós aan!' Dat deden ze in het 'plat'. 

Vastelaovend

De hoogheden vonden het een eer dat zij als eersten mochten voorlezen uit het Limburgstalige boek over de vastelaovend (carnaval) in Roerdalen. “Het is erg leuk om te zien hoe de kinderen reageren op het verhaal,” zegt prins Tim I van De Berggeite uit Sint Odiliënberg. Prins Glenn II van D’n Doal uit Herkenbosch: “Prachtig dat de dieren van onze verenigingen daarbij een belangrijke rol spelen.”

Limburgse taal 

Het initiatief voor de uitgave van het prentenboek kwam van de gemeente. Het doel is de allerjongste inwoners in aanraking te laten komen met de Limburgse taal. Wethouder Loes Vestjens: “We willen de kindjes stimuleren om ‘plat te kalle’. Het kunnen spreken van meerdere talen heeft veel voordelen. Dat blijkt uit onderzoek.”

Samenwerking

Tekstschrijfster Hanneke Drohm uit Posterholt schreef Kóm mer achter ós aan! in opdracht van de gemeente. Illustrator Marco Jeurissen uit Melick zorgde voor de mooie tekeningen. Zij werkten samen met kinderopvangorganisaties Leef Kind en Wee-Play. Ook de carnavalsverenigingen leverden ideeën aan. Wethouder Vestjens: “De hoofdpersonen maken een reis door Roerdalen. Zij krijgen in het boek de kracht om mee te doen en te zeggen: Kóm mer achter ós aan. Geweldig! Alle herkenbare plekken en verborgen grapjes maken het voor volwassenen ook een feest om dit boek (voor) te lezen.”

Cadeau

Alle locaties voor kinderopvang, peuterspeelzalen, kleuterklassen en schoolbibliotheken in Roerdalen krijgen het prentenboek cadeau van de gemeente. Vestjens: “Geluk zit in kleine dingen. Samen lezen en luisteren naar een mooi verhaal is daar een goed voorbeeld van. We hopen dat veel kleine én grote mensen gaan genieten van Kóm mer achter ós aan!”